In veel kerken wordt aan het eind van de kerkdienst de zegen uitgesproken. In deze zegen worden woorden nagesproken die in de Bijbel terug te vinden zijn. Dat kan de zegen uit het Oude Testament zijn die Aäron voor het eerst uitsprak. Soms wordt er een zegenbede uit het Nieuwe Testament herhaald, zoals de tekst die Paulus in zijn brief aan de Corinthiërs op schrift zette. Wanneer je aan deze gewoonte gewend geraakt bent, is het mogelijk dat je minder op de betekenis van de zegen let. Het is dan een ingewikkelde manier geworden om aan te geven dat de dienst is afgelopen. Wie gezegend wordt, ontvangt woorden met inhoud en betekenis. Hoewel deze door mensen worden uitgesproken, hebben deze Goddelijke zeggingskracht.
Als God spreekt, dan gebeurt er iets. God hoefde alleen maar woorden uit te spreken om de wereld te vormen. De woorden van Jezus zijn ook zo krachtig. Met woorden genas Jezus mensen en kwamen doden weer tot leven. Goddelijke woorden missen hun uitwerking nooit.
Als God zegent, spreekt hij woorden uit waar toekomst in zit. Toen God Abram aanspoorde om huis en haard te verlaten en dit voor een land in te wisselen dat hij nog niet kende, kreeg hij te horen dat er een groot volk uit hem zou voortkomen. Hij vertrouwde God, ging op weg, kreeg het toegezegde land en werd de stamvader van een aantal volken. Hij was niet de enige die zegen ontving. De Bijbel geeft veel meer voorbeelden van mensen die gezegend zijn.
Gods zegeningen zijn niet beperkt tot tastbare zaken, zoals voorspoed. God geeft ook zegeningen van geestelijke aard. Wie zich ervan bewust is bij God te horen, weet dat er een toekomst in het verschiet ligt, die je alleen maar kunt ontvangen. Je kunt er zelf niets aan toevoegen of aan afdoen.
Om over na te denken
▶ Welk verschil maakt de zegen van God in jouw leven?
Je kunt gezegend worden met woorden die over je uitgesproken worden. De Bijbel geeft voorbeelden van woorden die over een groep mensen uitgesproken wordt en van woorden die aan gelovigen toegeschreven worden. Deze zegen was voor alle ontvangers bedoeld. Zegeningen kunnen ook over mensen persoonlijk worden uitgesproken. God heeft iedereen op het oog: zowel individueel als gezamenlijk.
Je mag God om zegen vragen. Jabes vroeg God om concrete zegeningen. Hij ontving deze ook. David was zich bewust van de grootheid van God, ging naar het heiligdom en zonderde zich daar biddend af om een zegen te vragen over zijn koninkrijk.
In het Oude Testament waren zegen en gehoorzaamheid nauw met elkaar verbonden. Wie zich aan Gods geboden hield, kon op Gods zegen rekenen. Deze zegeningen hadden vaak te maken met voorspoed. Wie ongehoorzaam was, kon op tegenslag rekenen. In het Nieuwe Testament staat een nieuw verbond centraal. De nadruk wordt gelegd op geestelijke zegeningen die je ontvangt wanneer je in Jezus Christus gelooft. De grootste zegen is dat je zeker mag weten dat je bij God hoort, ook al verdien je dat niet. God wijst je niet af, maar heeft je uitgekozen. Vooruitlopend op de tijd die je bij God mag doorbrengen, woont de heilige Geest vast in je. Zo draag je God in je leven mee.
Om over na te denken
▶ Op welke momenten ervaar jij dat je gezegend wordt?
▶ Wat betekent het voor jou om God in je leven mee te dragen? Welk verschil maakt dit?
God spreekt mensen en natuur zegenend toe. Het zijn de woorden van God die er ertoe doen. Toch is hij niet de enige die met gezag zegeningen uitspreekt. Met zijn autoriteit doen mensen dat ook. De Bijbel geeft hier meerdere voorbeelden van. Priesters zegenden het volk. Dat was een van hun voorrechten. Van sommige leiders is ook bekend dat zij het volk zegenden, zoals Mozes, Jozua en David. Isaäk zegende zijn zoon Jacob, die zijn broer Esau met een list te slim af was geweest. Jacob zegende later zijn zonen. Elk van hen kreeg een toepasselijke zegen.
Ook in het Nieuwe Testament wordt beschreven dat mensen gezegend worden. Jezus werd als kind gezegend en zegende zelf kinderen toen ouders deze bij hem brachten. Hij omarmde ze en legden hun de handen op. Vlak voordat Jezus opgenomen werd in de hemel, zegende hij de volgelingen die hier getuige van waren.
Wie Jezus volgt, mag anderen zegenen. Hij gaf zelfs aan dat het goed is om mensen te zegenen die erop uit zijn om jou kwaad te doen. Stefanus deed dat toen hij met stenen dood gegooid werd.
Wanneer je respectvol met anderen omgaat en hen zegent, ontvang je ook zelf zegeningen. Dat komt doordat God centraal staat. Dat is ook de reden om niet ondoordacht en impulsief te zegenen. Je spreekt niet namens jezelf, maar namens God. Wie dat toch doet, kan de plank misslaan. Sommigen profeten deden maar wat en spraken niet op gezag van God. Zij bazelden. Het leek heel vroom, maar had uiteindelijk niets om het lijf.
Om over na te denken
▶ Heb jij weleens andere mensen gezegend? Hoe heb je dat gedaan?
▶ Wat betekende dat voor jou?
▶ Hoe kun je zeker weten dat je niet uit jezelf zegent?